Contacten beheren
Als u een contact wilt toevoegen, selecteert u
Opties
>
Nieuw contact
.
Als u een miniatuurafbeelding wilt toevoegen aan een
contact, selecteert u
Opties
>
Bewerken
>
Opties
>
Thumbnail toevoeg.
. De miniatuurafbeelding wordt
weergegeven als het contact belt.
Als u het spraaklabel wilt beluisteren dat aan een contact
is toegewezen, selecteert u
Opties
>
Sprklabel
afspelen
.
Als u een contact wilt zoeken, typt u de eerste letters van
de naam in het zoekveld. Er wordt een lijst weergegeven
met contacten die met die letters beginnen.
Als u informatie van een contact wilt bewerken, selecteert
u
Opties
>
Bewerken
.
Tip: U kunt ook Nokia PC Suite gebruiken voor het
toevoegen en bewerken van contacten.
Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u
Opties
>
Zenden
.
U kunt een standaardnummer of -adres toewijzen aan een
contact zodat u gemakkelijk kunt bellen of een bericht
kunt verzenden naar dit nummer of adres, zelfs als
meerdere nummers of adressen voor het contact zijn
opgeslagen. Het standaardnummer wordt ook gebruikt bij
spraakgestuurd bellen.
Als u de standaardgegevens voor een contact wilt
wijzigen, opent u de contactkaart en selecteert u
Opties
>
Standaardnummers
. Selecteer het nummer of adres dat
u als standaard wilt instellen. Het standaardnummer of -
adres is onderstreept op de contactkaart.
Als u een contact wilt toevoegen aan een groep, selecteert
u
Opties
>
Toev. aan groep
(wordt alleen weergegeven
als u een groep hebt gemaakt).
Tip: Als u wilt controleren tot welke groepen een
contact behoort, selecteert u
Opties
>
Hoort bij
groepen
.
Als u een snelkeuzetoets wilt toewijzen aan het
telefoonnummer van het contact, selecteert u
Opties
>
Snelkeuze toewijz.
.
Als u de weergavevolgorde van de voor- en achternamen
van uw contacten wilt wijzigen, selecteert u
Opties
>
Instellingen
, en
Achtern. voorn.
, of
Voorn. achtern.
.
46