Traditionele tekstinvoer
Als u tekst invoert met de traditionele tekstinvoer, wordt
in de rechterbovenhoek van het scherm
weergegeven.
en
geven het geselecteerde type letters aan.
geeft aan dat de eerste letter van de zin een
hoofdletter is en de overige letters kleine letters zijn.
geeft de cijfermodus aan.
Als u tekst wilt invoeren met het toetsenbord, drukt u de
cijfertoets 2-9 herhaaldelijk in, totdat het juiste teken
verschijnt. Er zijn per cijfertoets meer tekens beschikbaar
dan op de toets is aangegeven. Als de volgende letter met
dezelfde toets moet worden ingevoerd als de huidige
letter, wacht u tot de cursor wordt weergegeven en voert
u de letter in.
Als u een cijfer wilt invoegen, houdt u de cijfertoets
ingedrukt.
Als u wilt schakelen tussen de modus voor gewone en
hoofdletters en de cijfermodus, drukt u op #.
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op de backspace-
toets. Houdt de backspace-toets ingedrukt om meer dan
één teken te verwijderen.
U kunt de meest gebruikte leestekens invoegen met een
druk op de toets 1. Druk herhaaldelijk op 1 om het
gewenste leesteken te bereiken.
Als u een speciaal teken wilt invoegen, drukt u op de toets
*. Ga naar het gewenste teken en druk op de
navigatietoets.
Als u een spatie wilt invoegen, drukt u op 0. Als u de cursor
naar de volgende regel wilt verplaatsen, drukt u drie keer
op 0.
Als u tussen de verschillende typen letters wilt wisselen,
drukt u op #.
32