De volgende bewerkingen zijn van toepassing op
verschillende toepassingen:
Als u het profiel wilt wijzigen of het apparaat wilt
uitschakelen of vergrendelen, houdt u de aan/uit-toets
kort ingedrukt.
Als een toepassing uit
verschillende tabs bestaat (zie
afbeelding), kunt u een tab
openen door naar rechts of links
te bladeren.
Als u de instellingen wilt
opslaan die u in een toepassing
hebt geconfigureerd, selecteert
u
Terug
.
Als u een bestand wilt opslaan,
selecteert u
Opties
>
Opslaan
. De opties voor het
opslaan verschillen per
toepassing.
Als u een bestand wilt verzenden, selecteert u
Opties
>
Zenden
. U kunt een bestand per e-mail of in een
multimediabericht verzenden, of door middel van een
Bluetooth-verbinding of infrarood.
Als u tekst wilt kopiëren, houdt u de Shift-toets ingedrukt
en selecteert u de tekst met de navigatietoets. Houd de
Shift-toets ingedrukt en selecteer
Kopiëren
. U plakt de
tekst als volgt: blader naar de gewenste locatie, houd de
Shift-toets ingedrukt en selecteer
Plakken
. Deze methode
werkt mogelijk niet in toepassingen waarin andere
opdrachten gelden voor kopiëren en plakken.
Als u verschillende items wilt selecteren, bijvoorbeeld
bestanden of contactpersonen, gaat u naar het item dat u
wilt selecteren. Selecteer
Opties
>
Markeringen aan/
uit
>
Markeren
om één item te selecteren of
Opties
>
Markeringen aan/uit
>
Alle markeren
om alle items te
selecteren.
24
Tip: Als u vrijwel alle items wilt selecteren,
selecteert u eerst
Opties
>
Markeringen aan/
uit
>
Alle markeren
. Selecteer vervolgens de
items die u niet wilt selecteren en
Opties
>
Markeringen aan/uit
>
Markering opheffen
.
Als u een object wilt selecteren (bijvoorbeeld een bijlage
in een document), gaat u naar het object zodat het object
aan beide kanten wordt gemarkeerd met vierkantjes.