WPA-beveiligingsinstellingen
Selecteer
WPA/WPA2
als WLAN-beveiligingsmodus.
Selecteer
WLAN-beveil.instell.
en maak een keuze uit de
volgende opties:
•
WPA/WPA2
— Selecteer
EAP
(Extensible
Authentication Protocol) of
Vooraf ged. sleutel
(een
geheime sleutel voor apparaatidentificatie).
•
Instell. EAP-plug-in
— Als u
WPA/WPA2
>
EAP
hebt
geselecteerd, geeft u aan welke EAP-plug-ins op uw
apparaat voor het toegangspunt moeten worden
gebruikt.
•
Vooraf ged. sleutel
— Als u
WPA/WPA2
>
Vooraf
ged. sleutel
hebt geselecteerd, voert u de gedeelde
persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat kan
worden geïdentificeerd in het WLAN-netwerk waarmee
u verbinding maakt.
•
Alleen WPA2 (modus)
— Als u zowel TKIP- als AES-
codering (Advanced Encryption Standard) wilt
toestaan, selecteert u
Uit
. Als u alleen AES wilt toestaan,
selecteert u
Aan