Nokia E51 - Apparaten koppelen

background image

Apparaten koppelen

Open het tabblad voor gekoppelde apparaten.
Voordat u apparaten koppelt, maakt u een eigen

toegangscode (1-16 cijfers) en spreekt u met de gebruiker

van het andere apparaat af om dezelfde code te gebruiken.

Apparaten zonder gebruikersinterface hebben een vaste

toegangscode. U hebt deze toegangscode alleen nodig

wanneer u de apparaten voor het eerst koppelt. Nadat de

apparaten zijn gekoppeld kunt u de verbinding

autoriseren. Als u apparaten koppelt en de verbinding

autoriseert, kunt u sneller en gemakkelijker verbinding

maken, omdat u niet elke keer de verbinding met een

gekoppeld apparaat hoeft te accepteren wanneer een

verbinding tot stand wordt gebracht.
De toegangscode voor SIM-toegang op afstand moet uit

16 cijfers bestaan.
1. Selecteer

Opties

>

Nw gekoppeld app.

. Het

apparaat zoekt naar Bluetooth-apparaten binnen

bereik. Als u eerder gegevens met Bluetooth hebt

verzonden, wordt een lijst met de vorige

zoekresultaten weergegeven. Als u meer Bluetooth-

apparaten wilt zoeken, selecteert u

Meer apparaten

.

2. Selecteer het apparaat dat u wilt koppelen en voer de

toegangscode in. Op het andere apparaat moet

dezelfde toegangscode worden ingevoerd.

3. Selecteer

Ja

om uw apparaat voortaan automatisch te

verbinden met het andere apparaat, of selecteer

Nee

om de verbinding handmatig te bevestigen wanneer

er opnieuw een verbinding tot stand wordt gebracht.

Nadat het apparaat is gekoppeld, wordt het

opgeslagen op de pagina met gekoppelde apparaten.

Als u het gekoppelde apparaat een bijnaam wilt geven,

selecteert u

Opties

>

Korte naam toewijz.

. De bijnaam

wordt alleen weergegeven op uw apparaat.
Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u het

apparaat waarvan u de koppeling wilt verwijderen en

vervolgens

Opties

>

Verwijderen

. Als u alle koppelingen

wilt verwijderen, selecteert u

Opties

>

Alle

105

background image

verwijderen

. Als u verbinding hebt met een apparaat en

de koppeling met dat apparaat annuleert, wordt de

koppeling meteen verwijderd en de verbinding beëindigd.
Als u een gekoppeld apparaat wilt toestaan automatisch

verbinding te maken met uw apparaat, selecteert u

Geautoriseerd

. Er kan zonder uw tussenkomst een

verbinding tussen uw apparaat en het andere apparaat tot

stand worden gebracht. U hoeft de verbinding niet te

accepteren of te autoriseren. Gebruik deze optie alleen

voor uw eigen apparaten, bijvoorbeeld een compatibele

hoofdtelefoon of computer, of voor apparaten van iemand

die u vertrouwt. Als u verbindingsverzoeken van het

andere apparaat elke keer afzonderlijk wilt accepteren,

selecteert u

Niet geautoriseerd

.

Als u een audiotoebehoren, bijvoorbeeld een Bluetooth-

handsfreeset of -hoofdtelefoon, wilt gebruiken, moet u

het apparaat koppelen aan het toebehoren. Raadpleeg de

handleiding bij het toebehoren voor de toegangscode en

verdere instructies. Als u verbinding wilt maken met het

audiotoebehoren, schakelt u het toebehoren in. Sommige

audiotoebehoren maken automatisch verbinding met uw

apparaat. Anders opent u het tabblad voor gekoppelde

apparaten, bladert u naar het toebehoren en selecteert u

Opties

>

Verb. met audioapparaat

.