Nokia E51 - Externe configuratie

background image

Externe configuratie

Selecteer

Menu

>

Instrumenten

>

App.beh.

.

Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en

software op het apparaat beheren.
U kunt verbinding maken met een server en configuratie-

instellingen voor het apparaat ontvangen. U kunt

serverprofielen en verschillende configuratie-instellingen

ontvangen van uw serviceproviders of de IT-afdeling van

uw bedrijf. Configuratie-instellingen zijn bijvoorbeeld

verbindings- en andere instellingen die door verschillende

toepassingen op uw apparaat worden gebruikt. De

beschikbare opties kunnen verschillen.
De verbinding voor externe configuratie wordt meestal

geïnitieerd door de server wanneer de instellingen van het

apparaat moeten worden bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u

Opties

>

Nieuw serverprofiel

.

U kunt de deze instellingen ontvangen in een

configuratiebericht van uw serviceprovider. Als dit niet

mogelijk is, definieert u het volgende:

Servernaam

— Voer een naam voor de

configuratieserver in.

Server-ID

— Voer de unieke ID van de

configuratieserver in.

Serverwachtwoord

— Voer het wachtwoord in

waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.

Sessiemodus

— Selecteer het verbindingstype van uw

voorkeur.

Toegangspunt

— Selecteer het toegangspunt dat u

wilt gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw

toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt

gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens

wanneer u verbinding maakt.

Hostadres

— Voer het webadres van de

configuratieserver in.

Poort

— Voer het poortnummer van de server in.

Gebruikersnaam

— Voer uw gebruikers-ID voor de

configuratieserver in.

Wachtwoord

— Voer uw wachtwoord voor de

configuratieserver in.

Config. toestaan

— Selecteer

Ja

als u wilt instellen dat

de server een configuratiesessie initieert.

Autom. accepteren

— Selecteer

Ja

als u niet wilt dat

de server om bevestiging vraagt wanneer er een

configuratiesessie wordt geïnitieerd.

Netwerkverificatie

— Aangeven of http-verificatie

moet worden gebruikt. Deze instelling is alleen

beschikbaar als u internet hebt geselecteerd als

dragertype.

Gebr.naam netwerk

— Voer uw gebruikers-ID voor

http-verificatie in. Deze instelling is alleen beschikbaar

als u internet hebt geselecteerd als dragertype.

Wachtwoord netwerk

— Voer uw wachtwoord voor

de http-verificatie in. Deze instelling is alleen

118

background image

beschikbaar als u internet hebt geselecteerd als

dragertype.

Als u verbinding wilt maken met de server om

configuratie-instellingen voor het apparaat te ontvangen,

selecteert u

Opties

>

Configuratie starten

.

Als u het configuratielogboek van het geselecteerde

profiel wilt weergeven, selecteert u

Opties

>

Logboek

bekijken

.